Skip to main content

Over Andalusië

Andalusië proberen samen te vatten in een of meerdere zinnen is onbegonnen werk. Ja, de zuidelijkste regio van Spanje, zo ver kwamen wij ook wel. Warm, een bergachtig achterland en een drukke (en vaak lelijke…) kuststrook, schitterende steden, heerlijke dorpen, véél cultuur, fingerlicking eten en drinken. Eens! Maar de regionale verschillen zijn tegelijkertijd groot. De Sierra de Grazalema is onvergelijkbaar met de Cabo de Gata en ook tussen de Sierra de Cazorla en de Coto de Doñana zit een wereld van verschil. Niet alleen is de natuur er totaal anders, ook de mensen zijn niet hetzelfde. Laten we toch een poging wagen Andalusië nader te introduceren.

Andalusië in feiten en cijfers

Oppervlakte: 87.268 km² (ruim twee keer Nederland en één vijfde van Spanje).
Aantal inwoners: 8,5 miljoen (afgerond).
Hoofdstad: Sevilla (meteen ook de warmste stad van Europa!)
Provincies (8): Málaga, Sevilla, Granada, Córdoba, Cádiz, Almería, Jaén en Huelva.
Belangrijkste bergketens: Sierra Morena, Sierra Nevada en de Cordilleras Béticas.
Hoogste berg: Mulhacén, 3482 meter (níet de hoogste van Spanje, zoals wel eens wordt gedacht. Dat is namelijk Le Teide op Tenerife, 3718 meter).
Belangrijkste rivieren: Río Guadalete, Río Guadania, Río Odie, Río Tinto, Río Adra, Río Almanzora, Río Almería, Río Guadalfeo, Río Guadalhorce, Río Guadiaro en de Río Gualquivir als moeder aller Andalusische rivieren. Guada betekent overigens rivier in het Moors.

Beste seizoen

Wie nog nooit tijdens het kookpunt van de Spaanse zomer door Andalusië heeft gereisd, kan zich niet voorstellen hoe ontzagwekkend heet het overdag kan worden. Iedere Spanjaard zal het je beslist afraden om in juli of augustus (half juni is eigenlijk ook al te warm) in Andalusië te gaan wandelen en zij die dat zeggen hebben absoluut gelijk. Tenzij je je wilt voorbereiden op de Marathon de Sables in de Sahara; vermijd de heetste zomermaanden, maar ga in april of mei als de natuur spetterend in bloei staat en de temperatuur nog te harden is. Of in oktober en begin november, als Andalusië zijn eigen Indian Summer beleeft.

Ga je tegen beter weten in toch in juni op wandelvakantie naar Andalusië, maak dan gebruik van het krieken van de dag. Half zes uit de veren en tegen het middaguur heb je er al een werkdag opzitten. Neem altijd (!) voldoende water mee; minimaal 1,5 liter maar liefst meer. Onderweg is zeer zelden drinkbaar water te tappen, je zit niet in de Alpen waar de bergbeken ook hoogzomer nog goed gevuld zijn. Zorg altijd voor zonnebrand en een hoofddeksel. Overdrijven jullie niet een beetje jongens? Nee, we spreken uit ervaring. Ontzagwekkend heet betekent, ontzag hebben!

De eerste regen in Andalusië valt op z’n vroegst eind september, maar dan is het vaak (zeker in de lager gelegen gebieden) overdag nog veel te warm, vergelijkbaar met de maand juni. De avonden kunnen wat frisser zijn, de dagen zijn aanmerkelijk korter en het toeristenseizoen loopt ten einde. Qua natuur valt er in september ook niet zo veel meer te beleven. September, kortom, vinden wij niet de interessantste maand om in Andalusië te wandelen.
Een ‘status aparte’ qua regen vormt de westkant van Andalusië en dan vooral de Sierra de Grazalema en Los Alcornocales. Daar zijn de wintermaanden extreem nat, veel natter nog dan we in Nederland gewend zijn. In de hoger gelegen bewoonde delen (het dorp Grazalema bijvoorbeeld. Of Trevélez in de Sierra Nevada) valt in sommige winters zelfs een vers pak sneeuw en bouwen de kinderen sneeuwpoppen en gooien sneeuwballen.
In de Sierra Nevada is sneeuw in de wintermaanden een zekerheidje; het enige skigebied van Andalusië, Pradollanoligt ook niet voor niets hier. De top van de Mulhacén is ook hoogzomer nog deels met sneeuw bedekt. Ook andere hooggelegen berggebieden (o.a. Sierra de Cazorla, Segura y Las Villas) bieden in de winter vaak een witte aanbik. In de ochtend sneeuwballen gooien en in de middag een glas rosé drinken in het zonnetje. In Andalusië kan het!

Cabo de Gata is een bestemming waar je het hele jaar door terecht kunt. In januari of februari, heeft men ons verteld, kan de temperatuur rond Almería in gunstige gevallen oplopen tot 18 of zelfs 20 graden. Dan is het daar geweldig toeven; wandelend of op de mountainbike. Plekken in dit gebied die in de zomer gelijkenis vertonen met Death Valley (niet voor niets zijn in de Cabo de Gata meerdere westerns opgenomen; en niet de minste!), barsten in maart uit hun voegen van de groen, geel, paars, rood en oranje bloeiende planten en bloemen.

Reizen naar en in Andalusië

Wie de luxe heeft over veel tijd (en geld) te beschikken, kan uiteraard de auto nemen en het hele ***eind van Nederland naar Andalusië rijden. Om je een idee te geven: tussen Utrecht en Málaga ligt ruim 2200 km asfalt. Volgens de routeplanner van Google Maps zou je dat in 22 uur moeten kunnen redden, maar drie dagen stevig doorbuffelen en de nachten in een hotel doorbrengen lijkt ons reëler.
Vliegen is een aantrekkelijker (en goedkoper!) alternatief. Vanuit Nederland of België vlieg je het hele jaar door met verschillende maatschappijen eenvoudig naar Málaga, Sevilla of Granada. Welke luchthaven je kiest, is een beetje afhankelijk van wat je plannen zijn. Wij vlogen tot nu toe een paar keer op Malaga en dat is ons prima bevallen. Vanuit Malaga kun je eigenlijk alle kanten op. Bovendien vind je voor vluchten op de Aeropuerto de Málaga-Costa del Sol meestal de goedkoopste tickets (met Transavia, en ook nog eens vanaf oa Eindhoven en Rotterdam).
Córdoba en Almería zijn andere opties, maar in de winterperiode wordt er vanuit Nederland door low-budget maatschappijen niet op deze bestemmingen gevlogen. Wél door Iberia, maar deze tickets zijn duur en altijd met een onhandige overstap!

Eenmaal aangekomen in Andalusië, kun je eigenlijk niet zonder auto. Natuurlijk is liften of gebruik maken van het openbaar vervoer op papier een spannend alternatief, maar in de praktijk kom je als wandelaar vrijwel helemaal nergens. Spanje is geen Nederland, qua openbaar vervoer. Tussen de grote steden bestaan overigens wel goede en comfortabele treinverbindingen, maar op het platteland is schraalhans keukenmeester.
Een auto huren doe je eenvoudig op het vliegveld. Verhuurders zijn er in overvloed. Wij hebben zelf uitstekende ervaringen met Sunny Cars, betaalbaar en betrouwbaar. Nog nooit gezeur mee gehad! Dat wil overigens niet zeggen dat andere verhuurders er met de pet naar gooien.
Een fijne tip kregen we van Sietske de Vet die net als wij ook als een blok is gevallen voor Andalusië. Zij huurde eind 2017 een campertje via Joeps Camperverhuur in Malaga. Joep (een olijke Nederlander, type ‘duimpje omhoog’) verhuurt campers in verschillende maten voor zeer redelijke prijzen. En niet onbelangrijk: Joep is betrouwbaar!

Als je in Andalusië meerdere wandelgebieden wil bezoeken, houd dan rekening met je reistijd. De snelwegen zijn over het algemeen prima berijdbaar en daar schiet je best lekker op, maar niet alle wandelgebieden liggen aan of vlakbij een snelweg. Vooral op de kleinere wegen (geel op de kaart van Michelin) in berggebieden rijd je vaak niet harder dan 50-70 km/pu gemiddeld. Je krijgt te maken met haarspeldbochten, overstekende schaapskuddes, rochelende en reeds overleden Seat Ibiza’s, alcoholcontroles van de politie (echt!), dorpen met gezellige terrassen (zonde om door te rijden!) en soms ook gewoon slechte wegen. Reis je in het hete seizoen: vertrek dan bij het ochtendgloren. Dat zijn de fijnste en rustigste uren om in korte tijd veel kilometers af te leggen.

Nationaal Parken

De provincie Andalusië telt twee Nationaal Parken: de Sierra Nevada en Doñana. Nationaal Parken hebben de hoogste bescherming qua natuur; menselijke aanwezigheid in de vorm van toerisme, landbouw of bewoning is niet toegestaan. Daarnaast zijn er 24 Parque Naturales (Natuurparken) die een verschillende graad van bescherming kennen die loopt van A tot F. Op sommige plekken (F) is bijna net zo weinig toegestaan als in een Nationaal Park, op andere plekken leven landbouw en natuur hand in hand, maar mag er bijvoorbeeld geen landbouwgrond meer bijkomen.
De organisatie die gaat over de Nationaal Parken en Natuurparken heet Red de Parques Nacionales. Een mooi overzicht van alle Nationaal Parken in Andalusië biedt het onvolprezen Wikipedia. En door hier te tikken, kom je terecht bij een complete, Spaanstalige lijst van natuurparken.

Milieu en klimaat Andalusië

Natuurlijk is Andalusië overweldigend mooi en heeft het een geweldig klimaat, maar er is een zwart randje aan deze regio en dat moet óók worden belicht. De zuidelijkste regio van Spanje kent namelijk enorm uitgestrekte landbouwgebieden die ontzaglijke hoeveelheden water gebruiken. Water dat steeds steeds schaarser wordt. Al een paar jaar achter elkaar valt er minder regen in het voorjaar én is het vroeger in het seizoen warm waardoor water eerder verdampt dan voorheen. Het gevolg is dat waterreservoirs eerder leeg raken en er is dus minder water beschikbaar is. Die schaarste aan water is écht een serieus probleem dat niet door iedereen wordt onderkend. Boeren steken hun kop in het zand en denken alleen aan de dag van vandaag: wie dan leeft, dan zorgt!

Dan is er nog een bijkomend probleem. Boeren in Andalusië stappen steeds vaker over op de teelt van avocado’s in plaats van tomaten. Niet voor niets wordt deze vrucht ook wel het ‘groene goud’ genoemd. De avocado’s die wij dagelijks eten (gezond en lekker!) gebruiken echter wel tien keer zoveel water als tomaten. En die hebben al héél veel vocht nodig. Een kwetsbaar gebied als de Cabo de Gata droogt daarom letterlijk langzaam uit. Maar in plaats van stil te staan bij een dreigende milieuramp, worden rond Almeria nóg meer kassen neergezet. En noordelijk van dit immens grote en intens treurige kassengebied (de Mar de Plástico; te zien vanuit de ruimte….) dat de  Cabo de Gata heeft ingesloten, wordt er nog dagelijks illegaal bos gekapt om nóg meer olijfbomen te kunnen planten. Die olijfbomen lijken wel heel idyllisch, maar honderden (!) kilometers aan olijfboomgaarden gaan op den duur stierlijk vervelen. Het landschap wordt er monotoon door en bovendien wordt de grond onder de olijfbomen structureel vrij gehouden van alles wat groeit en bloeit. Met pesticiden! Als de olijven in november of december worden geoogst, moeten de vruchten immers op een kale grond vallen. Dat scheelt veel tijd en geld. Het gevolg van al dit ‘tuinieren in het groot’ is dat in olijfboomgaarden totaal geen leven meer aanwezig is. Niets dan kale grond waar geen planten en bloemen groeien en geen dieren kunnen schuilen. Geniet van je vakantie, maar het is goed om je óók dit te realiseren als je door het schitterende Andalusië reist.

p.s. De Cabo de Gata zelf is prachtig! De kassen waar we het in dit verhaal over hebben staan buiten de grenzen van het natuurpark. Gelukkig…